Op 30 januari 2002 om ca. 00:40 ging Martien van der Meijs (72) naar buiten om zijn hondje Banjer uit te laten, nabij zijn woning aan de Admiraal de Ruyterlaan te Hilversum. Toen hij bijna thuis was, werd hij door een onbekende man onder andere in zijn rug gestoken. Het lukte Martien nog om de voordeur van zijn huis te bereiken en aan te bellen. Martiens vrouw Riet, herkende de stem van haar man niet door de intercom vanwege zijn verwondingen en heeft om die reden de deur niet opengedaan. Onderling hadden ze immers de afspraak gemaakt de deur niet te openen voor vreemden. Een overbuurman had de politie al gealarmeerd toen hij geschreeuw hoorde buiten. Martien overleed diezelfde nacht nog aan zijn verwondingen. Voor de politie was het in eerst instantie niet duidelijk dat het om een misdrijf ging, omdat Martien aan een stollingsstoornis leed en relateerde zijn verwondingen aan een ongelukkige val. Zodoende werden de bloedsporen op straat direct opgeruimd. Bij aankomst in het ziekenhuis bleek echter dat zijn overlijden was veroorzaakt door meerdere steekwonden. Een bewakingscamera ter plekke toonde helaas te onduidelijke beelden, waardoor de dader niet geïdentificeerd kon worden.
Martien, gepensioneerd bakker, woonde samen met zijn vrouw Riet en hun hondje Banjer in Hilversum. Ze hadden samen drie kinderen en inmiddels zeven kleinkinderen. Martien zorgde goed voor zijn vrouw Riet die ernstig ziek was. Gelukkige tijden kende hij toen hij met zijn vrouw een stacaravan op de Veluwe aanschafte. Trots was hij op al zijn kleinkinderen en hij genoot er stiekem van wanneer ze ondeugend waren. Martien kan omschreven worden als een rustige en bescheiden man, met gevoel voor humor, maar ook iemand met een groot rechtvaardigheidsgevoel.
In de zomer van 2012 is het onderzoek naar de dood van Martien heropend. De bewakingscamerabeelden waarop de dader te zien is, zijn geüpgraded in Amerika. Het tonen van de beelden in het tv programma “Opsporing Verzocht”, heeft echter niet geleid tot het vinden van de dader. De jas die Martien die avond droeg, is onderzocht en hierop is een onbekend DNA-spoor aangetroffen. Een vergelijking naar een passend profiel in de DNA databank heeft tot dusver geen match opgeleverd.
Het leven met de onwetendheid over de vraag waarom en vooral wie Martien dit aan zou doen, is voor de familie verschrikkelijk.
Wicky, dochter van Martien, zet zich al jarenlang in voor nabestaanden van (onopgeloste) moorden en vermissingen. Ruim 5 jaar was zij bestuurslid van de “Federatie Nabestaanden Geweldslachtoffers” en is nog steeds zeer betrokken bij deze stichting. Hoewel Wicky tijdens de opnamedag van deze oproep niet aanwezig kon zijn, heeft zij wel een duidelijke boodschap voor de moordenaar van haar vader: “Hij mag zich niet vrij wanen en ik hoop dat hij zijn hart laat spreken en gaat voelen dat hij het leven van een mooi, puur mens heeft beëindigd.”
Inge, schoondochter van Martien, is zeer begaan en betrokken met het leed dat haar schoonvader en daarmee ook zijn familie is aangedaan en door onderstaande oproep hoopt ze uiteindelijk de dader te kunnen vinden.