Het is donderdag 1 november 2007 als Tineke Verhagen (59) met haar aan schizofrenie lijdende zoon Marco naar GGZ-instelling Parnassia gaat. Daar, op die dag, verdwijnt ze. Vier dagen later wordt Tineke gevonden in een ondiepe sloot van 30 centimeter bij recreatiegebied de Puinduinen op drie kilometer afstand van het Parnassiaterrein. De schouwarts concludeert in eerste instantie dat het om zelfmoord moet gaan.
Als er vervolgens binnen een jaar nog drie doden in het water worden gevonden op het Parnassiaterrein, wordt er een overkoepelend onderzoek gestart om te onderzoeken of er sprake zou kunnen zijn van enige vorm van seriematigheid. Het lichaam van Tineke wordt opgegraven en opnieuw onderzocht. Uit dit onderzoek trekt de politie de conclusie dat de hypothese natuurlijk overlijden kan worden uitgesloten, echter kan verder niet met zekerheid worden aangetoond of de dood van Tineke een ongeval, suïcide of een misdrijft betaamt. Voor de familie van Tineke is een misdrijf de enige logische verklaring, aangezien een ongeval of suïcide in een slootje van nog geen halve meter diep, voor hen zeer onwaarschijnlijk lijkt.
Tineke was een lieve, zorgzame, zachtaardige en goed geleerde vrouw. Zelf kwam ze uit een gezin van drie kinderen en samen met haar man kreeg ze ook drie zonen met wie ze samen in Delft woonde. Een jaar voor haar dood overleed haar man en dat was zwaar voor haar. Ze leefde samen met haar zoon Marco tot het laatst in haar huis.
Het tactisch onderzoek dat heeft plaatsgevonden naar de vier doden op en rond het Parnassiaterrein heeft bij de politie niet geleid tot de conclusie dat er per definitie sprake moet zijn van één dader die verantwoordelijk is voor deze vier doden. Tijdens het onderzoek wil de politie ook inzage in de medische dossiers van enkele patiënten van Parnassia, maar de GGZ-instelling spant een rechtszaak aan vanwege het medisch beroepsgeheim. In eerste instantie oordeelt de rechtbank dat de politie toestemming tot inzage krijgt, maar uiteindelijk wordt in hoger beroep toch geoordeeld dat deze medisch dossiers ongeopend blijven. Voor de nabestaanden is dit onbegrijpelijk: “Weegt medisch beroepsgeheim zwaarder dan het oplossen van een zaak waar meerdere doden zijn te betreuren?” Tot op heden is de dood van Tineke, maar ook de andere doden die op het Parnassiaterrein zijn aangetroffen, nog niet opgelost.
Wat staat er in die medisch dossiers? Het is de vraag die Peter (zoon) en Jilly (schoondochter) nog elke dag bezighoudt. Peter zelf heeft door de moord op zijn moeder posttraumatische stress en heeft eigenlijk ook hulp nodig. Maar waar vind je die, als een mogelijke moord bij een GGZ-instelling ten grondslag ligt aan je eigen probleem? Peter en Jilly blijven op zoek naar antwoorden, maar strijden ook voor verandering. Ze beginnen een petitie om de wetgeving rondom het medisch dossier aangepast te krijgen. Maar ook de dader willen ze confronteren, in deze oproep spreken ze hem direct aan.